We hadden niet de beste vakantie ever, to put it mildly. De vrouw tobte met een gebroken teen en na een paar dagen stak de Covid in ene op. Ik schoot er vrij snel doorheen en voelde me na een paar dagen weer boven Jan, maar de rest van ‘la troupe’ deed er een stuk langer over. De plannen voor de terugtocht worden aangepast, we skippen lieve vrienden P&R in de Provence en rijden in anderhalve streep naar huis. Ik vind 1408 km best veel dus we stoppen in een fijn hotel vlak voor Parijs waar we in februari ook een nacht hebben geslapen (het is nog best een tour om iets te vinden op een maandag waar je niet alleen kunt slapen maar ook nog een beetje aardig kunt eten, maar de Auberge des Templiers is vandaag, hoe is het mogelijk, voor het eerst dit jaar op een maandag open). Het geluk lacht ons toe…

Het wordt een solo-avondje. Terwijl Isabel op de kamer, onder het goedkeurend oog van een dichte fles Pouilly Fumé ‘de Ladoucette’, die vriend F als dank voor de week Covid voor ons heeft neer laten zetten, aan een halve croque monsieur knaagt verken ik de veel te warme eetzaal.

Solo dus, en ik besluit niet tot het gaatje te gaan maar neem het menu Intuition, een brave 5-gangen in plaats van 7. Er komt een keurige amuse in de vorm van een rond rood bolletje van tomaat gevuld met groene tomaat en haddock (gerookte schelvis), wat prachtig brood van ‘notre boulanger’ met een gespoten torentje heerlijke gerookte boter met wat piment d’Espelette. So far so good allemaal.

De bediening wordt aangevoerd door een wat oudere sommelier en een jong meisje die de bestellingen èn de uitleg van de gerechten doet, er is niet echt een maître. Verder loopt er nog 5 man bediening waarvan, op 1 Spaanse mevrouw na, iedereen nog voor het weekend in de schoolbanken zat. In een zaal met 3 tweetjes en ik zei de gek, is dat best veel maar ze moeten waarschijnlijk nog veel leren want alles wordt constant met elkaar befluisterd.

Eerste gerecht is een erwtencrème met een soort schuimbakje ernaast gevuld met een sorbet van karwijzaad en (5) bosbessen. IJs en de ijskoud dus de meeste smaken ontgaan me.

Tussengerecht is perfect op de huid gebakken koolvis met een garnituur van courgette waarin ik wat piccalilly-tonen proef, en een saus van ‘safran du Gâtinais’, een lokale Franse saffraan. De saus heeft zeker wat saffraan gezien, maar ook tomaat, veel tomaat.

De ‘pigeon Mieral’ een duifje uit Bresse, is volgens de lieve mevrouw slechts 4 weken oud, en dat zie je want de 2 stukjes zijn minuscuul klein. Mooi gegaard, dat wel, in een smokey bouillon, en met een geconfijt boutje met wat jus van sherryazijn on the side. Bij het pootje wordt het woord ‘cromesquis’ vermeld, nou is dat volgens mij een in je mond ontploffende bonbon (denk aan de bizar-lekkere cromesquis de foie gras van Marc Menau), wat hier totaal niet aan de orde is. De portionering zit voor een pièce tegen het lachwekkende aan dus ik bestel snel nog een menu-portie (zeg maar de helft van normaal) zwezerik met cantharellen, die helemaal top is!

Bij het maken van de restaurant-reservering, en dat zie je steeds vaker, wordt er uitdrukkelijk gevraagd naar eventuele allergieën. In ons geval is dat truffel-olie en blauwe kaas (voor de vrouw ook nog lamsvlees en wild), wat bij het aan tafel gaan nog eens door de bediening wordt bevestigd. Er is geen kaasplateau, waar ik ondanks de zwezerik best zin in heb, maar een persillé van chèvre met geconfijte venkel en een ijs van Williams peren. Geitenkaas, dus veilig, zou je denken…

Ik neem een hap, proef, en slik ‘m, volledig tegennatuurlijk, door. Blauwe kaas, je kunt me niet gekker maken, ik vind het spul echt niet te eten. Als ik het bevroren dekseltje van de kaas afduw zie ik het direct, de bolletjes hebben een zweem van blauw… De lieve mevrouw zegt dat het geitenkaas is, punt, maar navraag bij de chef doet haar met een rood hoofd bekennen dat het hier blauwe geitenkaas betreft. “Je m’excuse, wilt u misschien een plateau de fromage?”. “Alleen als die niet tot een minuut geleden in de koeling stond” antwoord ik op haar vraag. “De kaas kan hier binnen 3 minuten zijn” zegt ze, en dat klopt, maar wel ijskoud!

Het dessert is “chocolat en différentes textures rafraîchi a l’èstragon”, een met chocolade-crème gevulde ijshockeypuck met daarop voor de derde keer in een 5-gangenmenu een flinke lepel sorbet, deze keer van dragon. Ik stop ermee. Misschien had niet alleen chef Simonart maar ook ik mijn dag niet, hoewel ik me echt had verheugd en zoals ik al zei het helemaal niet erg vindt om alleen te eten. Ik ga terug, for sure, lees hier maar mijn vorige bericht, dan weet je waarom.

Auberge Les Templiers | 20 Route Départementale 2007 | Boismorand


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.