Als ik de beurs op kom lopen, veel te laat maar er moet ook nog gewerkt worden, is de masterclass van Jonnie al begonnen. Het gaat veel te ver om de driedimensionale proeverij van Jonnie en Thérèse Boer (De Librije***) uit te leggen, daar ik er zelf ook niet alles van begrijp en het waarschijnlijk ontzettend warrig overkomt. Daarbij zat ik niet op tijd achter één van de proeftafels, maar viel ik met mijn neus in de boter en kon ik nog en staplekje achter Marco inpikken, die me heel lief wel alle wijnen en spijzen heeft laten proeven. Waar het om gaat is dat wanneer je losse ingrediënten uit gerechten met elkaar combineert je steeds andere smaaksensaties krijgt, zeker als je daar ook weer iedere keer andere wijnen bij schenkt. Rode draad door alle gerechten was paling, toevallig één van mijn lievelingssmaken. De eerste 2 flights van spijzen waren voornamelijk dus de losse ingrediënten, o.a. snoekbaars, kikkerbil in Serranoham en soufflé van aardappel met daar overheen een bouillon van paling, knolselderie en gerookte olie. Hierbij een sauvignon Blanc uit Südtirol van St. Valentin (I), As Sortes (E, 2006) en de al eerder genoemde Naia (E, 2006).

Omdat ik 3de rij sta ontgaat me het verhaal van Thérèse volledig, maar de smaken zijn mooi. De 2de flight gerechten bestaat uit een rivierkreeftje met venkel, lintpasta en de eerder genoemde palingbouillon, paling in ‘t groen en snoekbaarswang met knolselderiemousseline met daarbij Inocente fino (sherry dus) die volgens een van de commentatoren (Cathy Moerdijk) dagelijks 40 minuten per uur luistert naar muziek. De sherry dus, ben je d’er nog?
Verder pinot noir van Pegasus bay (NZ, 2006) en een Saint Aubin en Remilly (F, 2006). De laatste flight is een combinatie van het voorgaande wat in meerdere verdiepingen wordt geserveerd, waarbij de eerder genoemde palingbouillon eerst over het bovenste gerecht gaat waarna het door een soort treefje op het onderste gerecht druppelt, onderwijl natuurlijk wat van de smaken van het bovenste gerecht meenement (gek woord!). Glaasje sherry er weer bij en een witte Chateau Musar (Libanon, 1999). Het is allemaal wonderschoon en op smaak, dat kunnen er maar weinig, maar voordat ik nu een of ander kulverhaal ga ophangen moet ik eerlijk bekennen dat het me toch lichtelijk ontgaat. Het is hier zo ontzettend druk en hectisch, ik sta aan de buitenste rand dus wordt ook nog steeds uit mijn concentratie gehaald door passanten die me een hand willen geven, of erger wat tegen me willen zeggen (sorry Miriam), dus de essentie van het driedimensionale gaat volledig aan me voorbij, en als ik het aan anderen vraag zeggen ze alleen maar “mooi hè, dat kunnen er maar weinig”, dus ik voel me niet helemaal alleen. Hierbij dus de plechtige belofte (vooral aan mezelf) dat ik op korte termijn naar Zwolle afreis en dit tot in detail ga uitzoeken. Morgen het Hongaarse feest van Joop.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.