Dit had een superenthousiast verhaal over bijen en honing moeten worden. Hoe de overbuurman van de Ron’s Gastrobar aan de Sophialaan in Amsterdam een aantal jaren geleden is begonnen met een paar bijenkorven waarvan één op het dak van de Gastrobar alwaar zo’n 40.000 bijen zich tegoed doen aan de bloemetjes en de blaadjes in het Vondelpark. Ze produceren de heerlijkste honing waar dan beneden in de Gastrobar mee wordt gekookt. Het begin met die 4 kasten is wat uit de hand gelopen, de overburen hebben nu 30 kasten (1,2 miljoen bijen) en met hen zijn er nog een aantal anderen die zih ook op de bijen en de hing hebben gestort. Er zit een klein verdienmodel op omdat ze de kasten verhuren aan bedrijven die daar dan goede sier mee maken, “we hebben onze eigen honing, uit onze eigen tuin” en ze maken prachtige honing. Tot zover het goede nieuws!

Het slechte nieuws is dat het hele feest gaat stoppen. De honingbij is geen vrienden met de wilde bij, en de laatste heeft het behoorlijk moeilijk. Meer dan de helft van de wilde bijensoorten in Nederland staat op de rode lijst van bedreigde diersoorten of is in het slechtste geval al helemaal verdwenen. Amsterdam helpt de wilde bij met bloemenlinten en door het groen in de parken minder te maaien en dat werpt zijn vruchten af, hun aantal neemt toe, maar toch is men bang dat er door alle kasten met bijenvolken minder voer (stuifmeel en nectar) overblijft voor de wilde vrienden. Normaal heb je zo’n 4 volken per vierkante kilometer, in Amsterdam zijn dat er 7!

De beslissing is nog niet echt genomen maar dat de hoeveelheid bijenkasten middels een vergunningstelsel gaat verminderen is zo goed als zeker. Gelukkig is het nog niet zover dus voorlopig nog even genieten van deze heerlijke handgeslingerde honing bij Ron in de gerechtjes of per potje te koop bij Café Bedier en de Vondeltuin. Wordt vervolgd…