Na een lange tocht, 2 uur opgevouwen naar Madrid, rennen naar de volgende gate en nog eens 40 minuten naar San Sebastian, zijn we aan. Prima hotelleke, Maria Christina, en direct het dorp in. Lopen, lopen, lopen, zo leer je een stad kennen. Boven verwachting leuk is het hier, kleine straatjes, kleine en grote winkels, Zara’s op iedere hoek, en uiteindelijk komen we bij de kleine maar enige (als in leuke) haven. Direct aan de haven ligt het Parte Vieja, het oude deel, waar we met de neus in de boter vallen bij Bar Aralar, één van de leukste tapas bars ever. Je kunt het niet bedenken of het ligt er, zo niet wordt het à la minute gemaakt. Wijn, bier en cider stroomt uit de kranen en de 5-talige Baskische eigenaar verkoopt zich helemaal gek. Op weg naar dit fenomeen hadden we al een paar snackjes geproefd, o.a. Jabugo (gedroogde ham), gefrituurde bacalao (stokvis), wat pincho’s (stokjes met olijven, pepers, ansjovis) en gevulde augurken met tonijn, dus we houden het hier bij rode wijn en cider. De cider, lokale specialiteit, spuit uit een omhoog geheven vuist, minimaal een meter door de lucht voordat het het originele ciderglas überhaupt raakt (is het toeval dat ik uit exact hetzelfde glas dagelijks mijn verse jus drink ?).
We houden het rustig, en wachten wat ons te wachten staat bij Mugaritz!
Het is hier boven verwachting leuk!!


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.