Laatste avond in Chicago. Eerst nog even een b’day party bij Bob en Sherryl op de kamer (Presidential suite, toe maar) waarna we Henri ontmoeten in de Red Light. Ik was hier in 2003 voor het laatst, en was toen onder de indruk. Beetje fusion-oosters, hoewel het vanavond meer oosters dan fusion is. We starten met een glaasje Pazo de Señorans, Albariño, Rias Baixas (E, 2003) en besluiten, wederom, het tasting menu te nemen. Henri mompelt nog even iets van “niet te scherp, hè”, en we gaan beginnen. Het eerste gerecht is meteen een schot in de roos, tempura van grote garnalen met een chilimayonaise, in een bakje van loempiadeeg met wat mesclun (gemegde groene sla). We zitten vlakbij de open keuken en naast de uitgifte, waar een klein vrouwtje steeds heel druk bezig is. Dit blijkt Jacky Shen te zijn, de chef, die ons door de avond sleept. We gaan door met een fillipino-style loempiaatje met garnalen en een gembervinaigrette, een ander loempiaatje met kreeftenmayo en groene kool op een Thaise chili-mango saus, en een koud Vietnamees rolletje van rundvlees, spinazie en ngoc mam (vissaus-citroensap). Allemaal heerlijk.
De volgende gang is gestoofde baby octopus, daarna gemarineerd in gember, vissaus, tamarinde, knoflook en citroenblad, geserveerd met avocado en gefrituurde rijstnoedels. Tjemig! Tafelgenoten Arthur en Henri waren in het begin wat aarzelend, als het maar niet scherp en/of raar is, maar gaan helemaal los. Er komt een crabcake van Jonah crabmeat (nooit van gehoord), met rode en gele paprika, koriander, lenteui, taugé, jullienne van wortel en een mayonaise van gerookte chili. Henri wil aan de rode wijn en we gaan voor een Sinister Hand, Columbia Valley, Washington (USA, 2004, grenachre, syrah, mourvedre, cornoise), lekker genoeg om er later een tweede van te bestellen. Het verhaal over de naam van deze wijn verteld dat er ooit tijdens een bootrace een eiland kon worden gewonnen. Wie als eerste het eiland aantikte won. De schipper van de achterste boot kon zijn op handen zijnde verlies niet aan, sneed zijn hand af en gooide dat als eerste op het eiland, en won zodoende. Wij gaan ondertussen door met een diver scallop (handgedoken dus weer), op een stukje polenta, dat op smaak is gebracht met mascarpone, porcini, gember, room, knoflook en boter. Hierbij een sauce Jakarta, van kokosmelk met gedroogde birdseye (Thaise levensgevaarlijke chili). Je begrijpt, er blijft van dit gerecht niets maar dan ook niets over, doodzonde!
Enfin, we gaan door met kipsaté met pindasaus, 5-spiced spareribs en bbq-ed eend, die even is voorgekookt in sinaasappelsap, en wordt afgemaakt met een cranberry-sinaasappelsaus. We beginnen langzaam een beetje vol te raken, maar dat weerhoudt Jacky niet nog wat schaaltjes op tafel te zetten. Sperziebonen met soja, caramel, jus d’orange, gember en sesamzaad. New York ribeye met teriyaki oesterzwammen, shiitake en aardappelpure met wasabi. New York strip (entrecôte) met zwarte peper en een hele slappe penang neua (curry) van kort gekookt rundvlees, pickled veggies en coconut sticky rice. Het is mooi geweest, vinden we, maar Jacky denkt daar anders over.
Chocolademousse-cake met gember, naast een kleine chocolademousse met citroengras (leuk), crèpes met sinaasappel en caramelijs (niets aan) en haar signature dish, een soort klein zakje van chocolade gevuld met slagroom en aardbeien (helemaal niets aan, waar de Washington Post kennelijk anders over dacht). We nokken om 11 uur tevreden af, de teleurstellingen van de scallop, penang en toetjes zijn volledig verdreven door de kwaliteit van de rest.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.